Ieder kind laat weleens druk en ongeconcentreerd gedrag zien. De mate waarin kan worden beschreven door een continuüm, waarvan het ene uiteinde kinderen beschrijft die af en toe druk en ongeconcentreerd gedrag laten zien, en het andere uiteinde kinderen met een zeer ernstige vorm van druk en ongeconcentreerd gedrag.
Als het gedrag blijvend is, zorgt voor een belemmering in het dagelijks functioneren en in meerdere situaties voorkomt (bijvoorbeeld op school, thuis en op de sportclub), dan kan er sprake zijn van ADHD. ADHD staat voor ‘Attention Deficit Hyperactivity Disorder’ (aandachtstekort-hyperactiviteitsstoornis). Om van ADHD te kunnen spreken is het ook van belang dat verschillende kenmerken voor het twaalfde levensjaar zichtbaar zijn. In een internationaal handboek genaamd de DSM (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, DSM; American Psychiatric Association, 2013) staan alle criteria van ADHD opgesomd.
Er zijn drie vormen van ADHD waarbij de verschillende hoofdkenmerken (druk, impulsief en ongeconcentreerd gedrag) in meer of minder mate aanwezig zijn:
- Het onoplettende type (ADD), waarbij moeite met aandacht en concentratieproblemen voorop staat. Deze vorm van ADHD lijkt vaker voor te komen bij meisjes dan bij jongens.
- Het hyperactieve-impulsieve type (ADHD), waarbij druk en impulsief gedrag op de voorgrond staat. Deze kinderen en jongeren lijken nooit stil te kunnen zitten, praten vaak en veel, en verstoren andermans gesprekken of bezigheden.
- Het gecombineerde type. Dit type komt het meest voor en wordt gekenmerkt door druk, impulsief én ongeconcentreerd gedrag.